Situatie
Mw. M is gescheiden en worstelt sinds haar scheiding met haar leven. Ze heeft twee kinderen van 10 en 12 jaar. De kinderen gaan om het weekend naar hun vader. Mw. M verzorgt zich slecht. De kinderen nemen een aantal taken over, en hebben daarnaast hun eigen regie. Als Mw. M naar de huisarts gaat vanwege depressieklachten, wordt hiervoor hulp ingezet van GGZ.
In de loop van de tijd blijkt dat Mw. M moeilijk lerend is. Zij heeft dit altijd verborgen weten te houden.
Mw. M krijgt hulp voor haar depressie vanuit GGZ, en er komt hulp voor de kinderen. Uiteindelijk gaan de kinderen bij vader wonen. Als de depressieklachten afnemen, kan GGZ verder niet zoveel meer voor haar doen.
Cliëntondersteuner
De huisarts zoekt contact met een cliëntondersteuner. Deze neemt contact op met M. Er wordt een netwerk overleg gepland om de hulpverlening in kaart te brengen. De Cliëntondersteuner neemt de regie en houdt contact met de hulpverleners. De cliëntondersteuner maakt afspraken met Mw. M en betrokken hulpverleners. En de cliëntondersteuner gaat persoonlijke ambulante ondersteuning voor Mw. M aanvragen. De taken worden verdeeld. Mw. M voelt zich betrokken bij het proces.
Nu
De Ambulante ondersteuning is inmiddels opgestart. Er is regelmatig contact tussen alle betrokken hulpverleners. Mw. M voelt zich gehoord en heeft het gevoel dat ze er toe doet.
Er wordt op termijn gedacht aan mogelijk behandeling, in de vorm van spel therapie, om te werken aan omgaan met haar emoties. Mw. M gaat met haar ambulante ondersteuner op zoek naar een vrijwilliger en sluit aan bij de creatieve inloopmiddag in het buurthuis.