Situatie
Een vader van een gezin neemt contact op met een cliëntondersteuner. Hij geeft aan dat zijn zoon veel zit te gamen; hij weet niet wat te doen. Vader geeft aan dat de zoon geen hulp wil. Op school gaat het niet goed.
Cliëntondersteuner
De cliëntondersteuner vraagt vader wat er tot nu toe is gebeurd wat betreft hulp en ondersteuning. Vader vertelt, dat de er gesprekken zijn geweest met de school en dat er één docent is waar de zoon veel vertrouwen in heeft.
De cliëntondersteuner adviseert de vader om in gesprek te gaan met de zoon, om de zorgen die hij heeft te benoemen en om samen naar oplossingen te zoeken..
De cliëntondersteuner informeert vader over mogelijkheden: Wanneer gamen zo’n grote plek inneemt, is er sprake van een verslaving en is het een mogelijkheid om ‘Brijder verslavingszorg’ in te schakelen. Zij hebben een aparte afdeling voor jongeren met een game-verslaving.
De vader geeft aan, dit eerst te zullen oppakken met school, om te voorkomen dat het vooruitzicht op eventuele hulpverlening weerstand oproept bij de zoon.
De cliëntondersteuner geeft aan dat de vader altijd contact kan opnemen als dit nodig is.
Nu
Mogelijk is de vader voldoende geholpen met het telefonisch advies. Als de vader geen contact meer opneemt met de cliëntondersteuner, dan zal zij zelf na een paar weken contact opnemen om te horen hoe het gaat met vader en zijn zoon.